15 augustus, 2024

Next generation mindfulness: welbevinden voor individu én maatschappij – Deel 1

Een samenvatting en bespreking van:

Mortlock, J.T. (2023). Next generation mindfulness: A mindfulness matrix to extend the transformative potential of mindfulness for consumer, organisational, en societal wellbeing. Journal of Consumer Affairs, 57(2), 721-756. https://doi.org/10.1111/joca.12543

Auteurs: Wendy Kersemaekers, i.s.m. Martin van Boxtel, Marleen ter Avest en Imke Hanssen

De meesten van ons geven training in mindfulness-based programma’s (zoals MBCT en MBSR) die vooral gericht zijn op individueel welbevinden (ook wel eerste generatie mindfulness interventies genoemd). Dit artikel pleit ervoor om hierop voort te bouwen en mindfulness in te zetten voor zowel individueel als collectief welbevinden. Hoe kunnen we dit doen, en hoe kunnen we de verschillende motivaties, stromingen en theorieën op het gebied van mindfulness integreren? Als we meer focus leggen op mindfulness als prosociale vaardigheid, geeft dat nieuwe mogelijkheden om welbevinden van groepen, organisaties en de samenleving als geheel te bevorderen. 

Next Generation Mindfulness

Mindfulness en meditatie 
Mindfulness en meditatie worden vaak door elkaar heen gebruikt. Tot nu toe is het meeste mindfulness onderzoek gericht op meditatie, met vaak de adem als anker om bewustzijn te ontwikkelen van fysieke gewaarwordingen, emoties en gedachten en reacties daarop. Maar mindfulness en meditatie is natuurlijk niet hetzelfde. In de medische en sociale wetenschappen is mindfulness een overkoepelende term die verschillende oefeningen en processen beschrijft rondom aandacht, bewustzijn en acceptatie. Mindfulness beoefening omvat ook niet-meditatieve, sociaal gerichte acties, die naast individuele ook collectieve stress kunnen reduceren. Als we het potentieel van mindfulness willen benutten om de levens te transformeren van individuen en gemeenschappen, is het belangrijk om verder te kijken dan de literatuur over ‘eerste generatie mindfulness’ interventies.

 

Mindfulness: alleen als zelfhulp?
In de klinische context is mindfulness lang gebruikt voor de volgende 3 doelen:

  1. Zelfregulatie: beter met negatieve gevoelens of ervaringen om leren gaan;
  2. Zelfonderzoek: relateren met de eigen ervaringen op basis van meer inzicht;
  3. Zelfbevrijding: de intentie om zichzelf te onderzoeken in relatie tot de wereld, door te verbinden met dingen die het ‘zelf’ overstijgen, onder meer door compassievol te zijn voor anderen.

De belangrijkste motivatie van mensen om met ‘eerste generatie’ mindfulness trainingen te starten was stressreductie en het verlangen naar kalmte en ontspanning. Zodoende wordt mindfulness tot nu toe vooral ingezet om van klachten af te komen, in plaats van mindfulness als een manier van leven, voor het cultiveren van actieve betrokkenheid bij de uitdagingen van het leven.

Maar het blijkt dat stil zitten, zoals we in meditatie beoefenen, lang niet voor iedereen behulpzaam, en voor sommigen zelfs schadelijk is. Denk aan mensen met een trauma-verleden. Aan de andere kant blijkt dat het gericht zijn op de ander (een belangrijk onderdeel van collectieve mindfulness) een effectief middel is tegen stress, vooral bij mensen die langdurig met veel stress te maken hebben. Het betrokken zijn bij anderen met stress, en het bieden van empathie en comfort, doet zowel de gever als ontvanger ervan goed. De mogelijkheid om stress en lijden te verlichten kan zowel gecultiveerd worden van binnen naar buiten als van buiten naar binnen. Dit pleit ervoor om mindfulness programma’s te ontwikkelen die verder gaan dan alleen de focus op het zelf.

 

Mindfulness: alleen ‘je bent niet wat je denkt’?
We trainen mindfulness volgens de definitie van Jonn Kabat-Zinn door aandacht te geven aan de directe ervaring van het huidige moment, zonder daarover na te denken of te oordelen. Op deze manier cultiveren we ‘niet oordelen’ en kunnen we klachten als gevolg van niet helpende gedachten en de daaruit voortkomende stress en stemmingsstoornissen verminderd of tenminste uitgesteld worden.

Door deze nadruk op ervaringsgerichte informatieverwerking, zijn andere meer metacognitieve benaderingen van mindfulness, zoals ACT (Acceptance Commitment Therapy), tot nu toe gezien als conceptueel afwijkend van de mindfulness zoals deze gecultiveerd wordt in de MBSR training. Deze andere benaderingen zijn daardoor geen onderdeel van de wetenschappelijke literatuur over mindfulness.

Het is algemeen geaccepteerd dat mindfulness beoefening bestaat uit: 1) Aandacht en bewustzijn, door aandacht te gronden in de ervaring van het moment, en 2) een open houding van acceptatie. Het eerste wordt bereikt door te oefenen met aandacht regulatie, bijvoorbeeld door de ademhalingen te tellen in de meditatie. Het tweede, acceptatie, een houding van openheid, ontvankelijkheid en niet-oordelen, kan gezien worden als resultaat van metacognitieve vaardigheden: de vaardigheid om van perspectief te veranderen van ‘de ervaring zijn’ naar ‘het observeren van de ervaring’. Hierbij ga je dus juist uit de directe ervaring om de meest behulpzame houding en actie te kiezen. Dit in plaats van impulsief te reageren. Deze metacognitieve processen zouden dan ook een integraal onderdeel van mindfulnesstraining moeten zijn. Hierbij noemt Mortlock de definitie van Jonn Kabat-Zinn ‘aandacht in het huidige moment zonder te oordelen’ wat problematisch, omdat dit analytische handvatten, zoals het cultiveren van metacognitieve processen, zou uitsluiten. Terwijl juist hier de echte transformatieve potentie ligt van mindfulness in bijvoorbeeld organisaties.

 

Moeten we blijven doorgaan met het aanpassen van het 8-weekse programma?
De ‘eerste generatie’ mindfulness programma’s worden steeds meer aangepast voor specifieke doelgroepen: mindfulness voor pubers, ouderen, mindful eten, bewegen, duurzaamheid etc. Moeten we dit blijven doen of juist terug naar de tekentafel en al vroeg in het mindfulness programma kiezen uit een breder scala aan alternatieve mindfulness oefeningen? Hierbij is het vooral belangrijk dat mindfulness interventies niet alleen gericht zijn op het trainen van de aandacht (in het huidige moment) en bewustzijn, maar ook op acceptatie en metacognitieve vaardigheden.

 

Ethiek en ‘goede mindfulness’
Mindfulness kan gezien worden als een mentale discipline door 1) objectief aandacht te geven aan de ervaring in het moment en 2) deze ervaring te interpreteren op een betekenisvolle manier vanuit wijsheid en compassie. Hierbij komt de ethische component van mindfulness om de hoek kijken. De beoefening van compassie kan hierbij van waarde zijn, die verder gaat dan alleen de beoefening van zelfcompassie. Dit omdat de beoefening van alleen zelfcompassie, wanneer misverstaan en zonder wijsheid, kan leiden tot een onterechte acceptatie van niet wijs of onethisch gedrag, of van onrechtvaardigheid in de wereld vanuit een ‘te simpel accepteren van het hier-en-nu’. We hebben een mentale discipline nodig waarbij we gedachten en acties kiezen die wijs en ethisch zijn, niet alleen naar onszelf, maar ook naar anderen. Mindfulness leidt pas echt tot transformatie als deze verder gaat dan een enkele persoon. Zo richt ‘mindful consumptie’ zich bijvoorbeeld op een mindset van zorg naar jezelf, de gemeenschap en de natuur, wat leidt tot gedrag dat excessieve consumptie voorkomt.

 

Mindfulness stromingen en de achterliggende motivaties
In onderstaande figuur worden de verschillende mindfulness stromingen die relevant zijn voor individueel-, organisatie- en maatschappelijk welbevinden uitgezet tegen de verschillende motivaties om te gaan mediteren: op de horizontale as staan aan de linkerkant de oefeningen met focus van de aandacht voor de ervaring in het huidige moment zonder te oordelen, de metacognitieve oefeningen zijn aan de rechterkant geplaatst. Op de verticale as vind je de intentie van de beoefening, met bovenaan het cultiveren van individueel welbevinden, tot onderaan het cultiveren van collectief welbevinden.
De daaruit volgende kwadranten bestaan uit mindfulness stromingen gericht op:

  1. Persoonlijke stressreductie door zelfregulatie oefeningen;
  2. Cognitieve flexibiliteit door het oefenen in flexibel omgaan met situaties in tegenstelling tot rigide denken en de automatische piloot;
  3. Collectief stressmanagement als prosociale vaardigheid;
  4. Inzicht en wijsheid verder dan het zelf via zelfbevrijdingsoefeningen.

Figuur 1: An integrative matrix of key mindfulness literatures relevant for consumer, organizational, and societal wellbeing arranged by motivation: intention and attention focus.

 

In onze volgende wetenschapsnieuwsbrief gaan we dieper in op deze verschillende mindfulness stromingen, en hoe deze geïntegreerd kunnen worden.

Concluderend
Dit artikel is niet bedoeld als kritiek op de MBSR of andere ‘eerste generatie’ mindfulness trainingen. Wel nodigt het uit om onze opvatting over de toepassing van mindfulness te verruimen tot meer dan alleen ten behoeve van individuele stressreductie. Om zowel individueel als collectief welbevinden te bevorderen, zouden we mindfulness als ‘aandacht in het huidige moment zonder te oordelen’ én als ‘metacognitieve beoefening’ moeten omarmen. Zo kunnen we met mindfulness als prosociale betrokkenheid op weg naar volgende generatie mindfulnesstrainingen!

 

Uit de wetenschap nieuwsbrief van december 2023