Interview met Barbara Doeleman: mindfulness in de zorg
Dit interviewartikel is eerder gepubliceerd in FarmaMagazine op 23 juli 2021.
Veerkracht in de zorg door mindfulness
Leefstijlgeneeskunde wordt steeds vaker gezien als fundament voor zowel preventie als de behandeling van diverse chronische aandoeningen. In een reeks van vijf artikelen, ontwikkeld in samenwerking met Vereniging Arts en Leefstijl, nemen we [lees: FarmaMagazine – red. VMBN] de belangrijkste leefstijlpijlers onder de loep. In deze editie komt de pijler Ontspanning aan bod.
Stress kan van grote invloed zijn op het leven van een patiënt. Want hoe doe je dat, als het leven even niet gaat zoals je wilt? Die vraag ligt volgens trainer Barbara Doeleman aan de basis van de beoefening van mindfulness. Het begrip ‘mindfulness’ laat zich niet makkelijk omschrijven. Ook is het niet precies hetzelfde als ontspanning. De mogelijke positieve effecten op gezondheid worden echter steeds duidelijker. Wat kun je in de huisartsenpraktijk of apotheek met mindfulness?
Tekst: Pauline van Schayck
Wat opvalt aan Barbara Doeleman is haar open blik en ontspannen glimlach. Bedachtzaam antwoordt ze op de vraag wat mindfulness precies inhoudt. “Mindfulness bestaat uit de vaardigheid en de bereidheid om bij elke ervaring aanwezig te zijn met open interesse, mildheid en zorgzaamheid. We zijn namelijk makkelijk aandachtig als iets spannend, leuk of urgent is, maar het wordt moeilijker als het gaat om dagelijkse dingen of het eigen lichaam. Dan wordt bereidheid gevraagd om aandachtig aanwezig te zijn. Een vaardigheid wil zeggen dat je het kunt trainen”, vertelt Doeleman, oprichter en directeur van BFC Compassionate Care & Mindful Medicine.
In trainingen laat Doeleman artsen en andere zorgverleners kennismaken met de principes van mindfulness en het toepassen ervan in hun eigen zorgpraktijk. Dat levert wat op voor arts én patiënt. De bewijslast hiervoor neemt steeds verder toe, vooral op deelgebieden. “Bijvoorbeeld op bewust handelen of je aandacht ergens bijhouden, of opmerkzaamheid naar eigen ervaringen zonder meteen te oordelen”, legt ze uit. Ook voor specifieke groepen patiënten zijn er positieve effecten bekend uit de wetenschappelijke literatuur, zoals bij mensen met een burn-out of recidiverende depressies en mensen die leven met kanker, met chronische pijnklachten of met angstklachten. Onderzoek naar allerlei andere chronische aandoeningen loopt nog, waaronder de ziekte van Parkinson, hart- en vaatziekten en Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK).
De ene persoon is van nature meer mindful dan de andere; daarin speelt aanleg ook een rol. Iedereen kan volgens Doeleman kwaliteiten van mindfulness (verder) ontwikkelen, mits op de juiste wijze aangereikt en toegepast. “In sommige gevallen is het wenselijk om mindfulnesstrainingen aan te passen aan een specifieke doelgroep. Zo zie je dat er trainingen worden ontwikkeld voor mensen met ADHD, waarvoor het passend kan zijn de aandachtsoefeningen iets korter te maken. Ook is het belangrijk dat de trainer ervaring heeft met de doelgroep. In sommige gevallen kan angst in het begin van de training toenemen en dan is het belangrijk dat een trainer weet hoe daar op juiste wijze op te reageren. Het is daarom wenselijk te weten naar welke trainer je mensen verwijst en wat de achtergrond, kennis en ervaring is van de mindfulnesstrainer.”
Opmerkzaamheid en veerkracht
Een veelgehoord misverstand is volgens Doeleman dat mindfulness gelijk zou staan aan ontspanning. Maar een link is er wel met ontspanning en met de andere leefstijlpijlers. “Bij mindfulness oefen je om een gezondere relatie aan te gaan met ervaringen die van binnenuit of van buitenaf op je afkomen. Bijvoorbeeld: als arts of apotheker kan je werkdruk zo hoog zijn, dat je je gaat irriteren aan je collega’s en dat je steeds minder voldoening haalt uit het contact met patiënten. Maar ondertussen heb je niet door dat je vergeet naar het toilet te gaan of te eten en dat je lichaam heel gespannen is. Patiënten kunnen iets soortgelijks ervaren in hun leven. Het begint ermee om dat op te merken. Dat levert in het begin soms het gevoel op dat de spanning toeneemt, maar vervolgens kun je er iets aan doen en dat brengt ontspanning.” Het is, zo vertelt Doeleman, wetenschappelijk bewezen dat mensen die meer mindful zijn, ook beter kunnen omgaan met stressvolle situaties. “Met mindfulness merk je oplopende stress sneller op en dat alleen al zorgt vaak dat de spanning ook sneller weer afneemt. En als je dan ook nog een bewuste keuze maakt in hoe zorg te dragen voor jezelf ten tijden van stress, zorgt dat ervoor dat je veerkracht toeneemt.”
Doeleman komt zelf uit een huisartsengezin en zag daar al de invloed van mentaal-emotionele veerkracht. “Als kind kreeg ik uitvoerig mee wat patiënten bezighoudt en met welk klein en groot leed zij te maken hebben. Sommige mensen gaan totaal onderuit van iets kleins en anderen kunnen verrassend goed overweg met de ergste dingen. Dat fascineerde me.” In de paramedische beroepspraktijk zag Doeleman in de jaren negentig al veel mensen die baat zouden kunnen hebben bij het ontwikkelen van mindfulness en compassie, iets waar ze zelf al vanaf haar achttiende jaar mee bezig was. Ze wisselde hierover van gedachten met verwijzende artsen en zocht contact met overkoepelende organisaties als de Federatie Medisch Specialisten. Ondertussen had ze ook een postdoctorale opleiding Mindfulness gevolgd. Uiteindelijk richtte ze een organisatie op voor mindfulness en compassie in de zorg, waarmee ze trainingen aanbiedt voor professionals, teams en leiders in de zorg, waarbij mindfulness en compassie aan de basis liggen. In trainingen voor artsen wordt bijvoorbeeld meer aandacht besteed aan de neurowetenschappelijke werkingsmechanismen, is er veel ruimte voor intercollegiale reflectie rondom beroepsspecifieke thema’s en worden tips aangereikt om het geleerde specifiek toe te passen in de medische beroepspraktijk.
Haar trainingen worden gevolgd door professionals die hun veerkracht ten aanzien van stress willen verstevigen én ook hun professionele vaardigheden willen verdiepen en werkplezier willen verhogen. “Zorg goed voor jezelf, dan kun je ook goed voor anderen zorgen. Een cliché, maar het is wel waar. Als arts heb je bepaalde mindfulnesscompetenties nodig om patiënten goed te kunnen helpen. Denk aan opmerkzaamheid, kalmte en nieuwsgierigheid. Dit soort kwaliteiten komen je communicatie met de patiënt ten goede. Het verhoogt onder andere de therapietrouw en verbetert de samenwerking met collega’s. Dat blijkt ook uit onderzoek: veerkracht van de zorgverlener, patiëntveiligheid en patiënttevredenheid gaan omhoog.’’
Aandacht voor de patiënt
Mindfulness hoeft niet meer tijd te kosten voor huisartsen en apothekers. Volgens Doeleman hoef je je maar heel even bewust te zijn van de overgang tussen twee patiënten. “Trek je deur een moment dicht voordat je naar de volgende patiënt gaat of breng je aandacht naar je voeten terwijl je naar de patiënt loopt.” Als voorbeeld noemt ze ook een praktisch onderzoek naar huisartsen op huisbezoek. Iets simpels als het ophangen van de jas bleek geen tijd te kosten, maar juist tijd te besparen. Huisartsen lieten daarmee onbewust zien de volledige aandacht aan de patiënt te willen besteden. De jas aanhouden, maakte patiënten meer gestrest en minder to-the-point. Dat kostte meer tijd en kwam de zorg niet ten goede. Nog zo’n concreet en bewezen effect doet zich volgens Doeleman voor bij het voorschrijven van medicijnen. “Mindfulness is niet alleen een kwestie van aandacht, maar ook van compassie, dus je kunnen verplaatsen in de ander én distress willen verlichten door goede zorg en behandeling. Paracetamol voorgeschreven door een compassievolle dokter werkt ook echt beter.”
Van mindfulness voor de dokter gaat Doeleman vervolgens terug naar mindfulness voor de patiënt. Het blijkt in de spreekkamer vooral te draaien om uitleg over het nut van een mindfulnesstraining, die standaard 8 wekelijkse bijeenkomsten van 2,5 uur duurt. “Artsen vinden het soms ingewikkeld om over te brengen wat een patiënt precies gaat leren van een mindfulnesstraining. Het wordt makkelijker als je zelf weet wat het is. Vermijd uitleg als ‘Het is niet vaag’, want dan blijft dat juist hangen. Vertel dat je met mindfulness vaardigheden ontwikkelt, die behulpzaam zijn bij het omgaan met teleurstellingen en stress, die helpen bij het leren doorbreken van automatische patronen als piekeren, verslaving of zelfkritiek en die bijdragen aan veerkracht en emotionele balans in het midden van alle uitdagende ervaringen die op je pad komen. Vaardigheden kan je ontwikkelen, door ze te oefenen en dat is met mindfulnessvaardigheden precies zo.”
Omgaan met impulsen
Doeleman ziet mindfulness als een basis onder alle leefstijlpijlers. “Het blijkt dat mensen die meer mindful zijn ook een betere leefstijl kiezen, doordat zij beter in staat zijn tot zelfregulatie. Mensen met ongezonde leefpatronen, bijvoorbeeld een eetstoornis, kun je voorschrijven hoe ze gezonder kunnen eten. Maar je kunt ze ook laten voelen wat voeding met ze doet. Waar komen impulsen vandaan? Als je daar inzicht en bewustzijn in ontwikkelt, komt vaak vanzelf de neiging op beter voor jezelf te gaan zorgen.” Hetzelfde blijkt te gelden voor de trek in sigaretten bij rokers, zin in snoep, neiging tot overmatig smartphonegebruik of piekeren. “Bij mindfulness leer je die neiging op te merken en besef je dat je een keuze hebt hoe je erop wilt reageren. Een neiging duurt vaak maar kort en zakt dan weer af.” Dat is letterlijk en figuurlijk een verademing.
Adviezen over ontspanning uit het Leefstijlroer
• Ga elke dag naar buiten en zoek de natuur op
• Zoek een ontspannende activiteit of hobby
• Zet je smartphone vaker uit
• Bouw tussentijd meditatie in en doe af en toe even helemaal niets
• Neem gedurende de dag korte pauzes
Extra tips van mindfulnesstrainer Barbara Doeleman:
• Adem 1x rustig in en uit met je volle aandacht bij de fysieke gewaarwording van de adembeweging voordat je naar de volgende patiënt gaat. Hiermee zal je eerder opmerken als de stress oploopt.
• Merk de ervaring van je voeten op de grond plaatsen bewust op terwijl je naar de wachtkamer loopt. Dit brengt letterlijk je aandacht uit je hoofd in je lichaam.
• Laat de patiënt ervaren dat je er helemaal voor hem bent. Kijk en luister met al je aandacht.
• Volg zelf een mindfulnesstraining voor dokters, zodat je beter kunt uitleggen wat het voor de patiënt kan doen.
• Verwijs patiënten door naar een VMBN gecertificeerde mindfulnesstrainer in de buurt.
• Maak zelf eerst kennis met trainers in de buurt. Zo kom je achter iemands stijl en ervaring met bepaalde doelgroepen, voordat je je patiënten doorverwijst.
• Bekijk welke rol de POH-GGZ kan krijgen in de gesprekken met de patiënt, voor en na een mindfulnesstraining.
Meer info:
- www.artsenleefstijl.nl
- Voor gecertificeerde mindfulnesstrainers: www.vmbn.nl
- Voor geaccrediteerde mindfulnesstrainingen voor zorgprofessionals: ccmm.care
Dit interviewartikel is eerder gepubliceerd in FarmaMagazine op 23 juli 2021.